Voor altijd verkocht aan Le Marche!

Voor altijd verkocht aan Le Marche!

De tweede muisklik was raak! ‘Da vendere’, een appartement in Ostra. ‘Ons’ appartement, dat wij op onze laatste vakantiedag hadden gezien. Voorzichtig kijken naar de prijs. Onvoorstelbaar, gewoon binnen het budget! Daarna de vergelijking met ons verlanglijstje. Het was alsof de maker van de advertentie over onze schouder had meegekeken. Te mooi om waar te zijn, maar ook te mooi om er gras over te laten groeien en acht weken te wachten tot de herfstvakantie.

Wat ons betreft mocht het avontuur direct beginnen. Het lukte ons om binnen een week een afspraak te maken met een Nederlandse makelaar ter plekke. Het bleek mogelijk om tussen vrijdagmiddag en zondagavond een aantal huizen in de regio te gaan bekijken die bij ons verlanglijstje pasten. We boekten een Ryanair-vlucht van 6 euro per persoon en we konden bij onze Italiaanse kennissen in de agriturismo slapen.

Een week nadat we het huis voor het eerst zagen, maakten we kennis met onze makelaar Giovanna. “Zij spreekt goed Engels hoor”, had de mevrouw van het Nederlandse makelaarskantoor ons nog laten weten, maar het werd die drie dagen toch vooral een prima Italiaanse les voor ons.

“Stap maar in, we gaan even kijken naar huizen in Morro d’Alba, Jesi en Corinaldo en vanmiddag hebben we afspraken in Ostra”. Op één dag, vroegen we? Toen Giovanna eenmaal gas gaf, begrepen we direct dat dat ging lukken. De mooie heuvelweggetjes waarop wij in onze vakantie bij iedere bocht genoten van het uitzicht veranderden onder haar wielen in een autostrada zonder tolpoortjes.

Hoewel we vanaf start al het gevoel hadden dat wij eigenlijk maar één huis in Ostra hoefden te zien, werd dit mede door Giovanna een onvergetelijke dag. We zagen stadshuizen met cantina’s, kelders waar je je wijn zou kunnen koelen en zomers heerlijk koel zou kunnen eten. We spraken een eigenares die vol gevoel voor drama meldde dat zij zelfs haar eikenhouten keuken wel wilde achterlaten, omdat het zo mooi kleurde bij het groene tegelmotief. Gelukkig wisten we dat Italiaanse vrouwen hun keuken een leven lang meeverhuizen, waardoor we dit immense offer op waarde wisten te schatten.

Onderweg naar het volgende dorp remde Giovanna plotseling voor een huis dat aan geen enkele voorwaarde van ons verlanglijstje leek te voldoen. “Mangiamo, we go eat(e)!”

Dan, na de lunch, eindelijk naar Ostra. We worden door vijf mensen vriendelijk verwelkomd en rondgeleid. Zij blijken het appartement samen in bezit te hebben in de vorm van een ‘consortio’. Ook zij worden bijgestaan door een vrouwelijke makelaar, die niet onder lijkt te doen voor onze Giovanna.

“Niet te enthousiast reageren!“, hadden we nog tegen elkaar gezegd, omdat we al begrepen dat er over de prijs nog moest worden onderhandeld. Toen we eenmaal op het terras kwamen met een werkelijke ‘vista stupenda’ keken we elkaar aan en waren we zonder iets te hoeven zeggen meteen verkocht.

Ook na een nachtje slapen waren we nog steeds zeker van onze zaak.  We waren overtuigd van het huis, maar hoe zat het met het dorpje Ostra? We hadden het ooit ėėn keer rond siësta en bij regen gezien. Wat zou er achter die gesloten luiken te beleven zijn vroegen we ons af. We waren de dag ervoor zo met het huis bezig geweest dat we er niet echt meer rond hadden gekeken. Voordat we het vliegtuig terugnamen, besloten we daarom nog even voor de lunch naar Ostra te gaan. Op nog geen 200 meter van ons beoogde huis vonden we het restaurant ‘Montebodio’. In het gezellige kelderrestaurant bleek het al aardig druk. Opnieuw werden we getroffen door de vriendelijke en gastvrije ontvangst. De lunch was werkelijk ‘magisch’ ! Daarmee werd onze laatste twijfel weggenomen. Alleen al voor dit restaurant zouden we zeker in Ostra willen wonen.