Lorenzo, schoonheid en authenticiteit in Palazzo di Arcevia

Onze buurman Alessio rijdt voor zijn werk ruim 4000 km per maand door onze ‘zona’ voor projecten van een groot bouwbedrijf. Hij weet daardoor als geen ander de mooie plekken en interessante producenten van ‘prodotti tipici’

Als wij hem op de trap enthousiast vertellen over één van onze nieuwe ‘ontdekkingen’, reageert hij met ‘certo’, maar ben je ook al eens bij …. geweest of heb je wel eens de geweldige producten van …. geproefd. Als leergierige studenten maken wij dan aantekeningen om vervolgens een nieuwe ‘ontdekkingsreis’ uit te stippelen en deze adressen ook zelf te gaan beleven.

‘Beleven’ is het juiste woord, want een bezoek aan een producent gaat hier verder dan alleen een proeverij. Met passie wordt verteld over het gebied waarin iets wordt gemaakt, de geschiedenis, de inspanningen die het kost om het product zo te krijgen zoals je het wilt en de ambities voor de toekomst.

Graag accepteren we dan ook het aanbod van Alessio om samen een keer een tochtje te maken naar Lorenzo, een producent van olijfolie die hij kent. En zo worden we op een mooie vrijdagmiddag door Alessio door de indrukwekkende heuvels rondom Arcevia gereden op weg naar het sprookjesachtig gelegen Palazzo di Arcevia, dat zo’n vijftig inwoners telt.

Daar aangekomen neemt Lorenzo ons mee voor een wandeling door het 14e eeuwse castello dat nog geheel intact is gebleven. “Luister”, zegt hij, “Luister naar de stilte”. De weg loopt als een spiraal omhoog door het dorpje, dat er ’s avonds in de winter van een afstandje uitziet als een kerststalletje. Een mooi decor voor het moderne biologische olijfoliebedrijf Le Cune dat Lorenzo hier naast een nog authentieke boerderij heeft ontwikkeld. Deze boerderij zal in de komende jaren worden opgeknapt, zodat het een aantrekkelijke plek wordt om te overnachten.

Wat direct opvalt is dat de olijfolie ‘LO’ verkocht wordt in grappige ronde blikjes. Het is een knipoog naar de blikken waar de olie voor een landbouwtractor in worden verkocht. Deze grap heeft er echter wel toe geleid dat hij van de Italiaanse bureaucratie zijn olie voor restaurants in een flesje moet leveren. Je moet volgens hun kunnen zien wat er in zit. Voor consumenten mag het blikje gelukkig wel.

Lorenzo geeft een uitleg over het productieproces. De olijven worden handmatig geplukt en vervolgens gebeurt het proces van persen, centrifugeren en filteren, vullen en etiketteren allemaal in zijn bedrijf. RVS-vaten, die van boven door gasdruk luchtdicht worden afgesloten, zorgen er voor dat de olie in de geklimatiseerde omgeving zijn bijzondere kwaliteit behoudt. Alle restproducten worden hergebruikt voor pellets die worden verkocht om in kachels te worden gestookt.

Tijd voor een merenda, een snack, met bruschette met olijfolie, peccorino, salami en natuurlijk wijn. Lorenzo legt uit dat het door de grote spreiding van de verschillende communes en castelli die bij  Arcevia horen best lastig is om deze mooie plekken goed onder de aandacht te brengen. Het campanilisme, de rivaliteit die er tussen de communes nog altijd is, maakt dit extra lastig. Het voordeel hiervan is misschien wel dat de vele kleine bedrijven elkaar hierdoor uitdagen om de producten steeds weer beter te maken. Vele malen beter in ieder geval dan industrieel geproduceerde olijfolie.

Vervolgens worden we uitgenodigd om nog zijn olijfboomgaard in Montale te bekijken. We maken een korte tussenstop in het al even zo verrassende Loretello. Dit dorpje is ook nog volledig behouden gebleven. Het heeft een bijzonder mooie stadspoort met de oorspronkelijke toegangsbrug.

In Loretello ontmoeten we een dame, die een leuke winkel met streekproducten heeft en blij is met de toenemende aandacht van ‘stranieri’ in het gebied. Al zou het natuurlijk mooi zijn als meer Italianen het voorbeeld van Lorenzo zouden volgen en zouden investeren in hun eigen geboortegrond.

In Montale heeft Lorenzo naast de olijfboomgaard nog ruimte voor verdere uitbreiding. Ook verbouwt hij wijn ‘solo per gli amici’. We dalen af in zijn kantine. Hij heeft daar een verzameling interessante oude wijnvaten. Uit één van de vaten steekt een bot, dat dienst deed als kraantje. Als  laatste onderdeel krijgen we nog een uitleg over het maken van aceto. Hij laat ons het vlies zien dat door de bacteriën wordt gevormd en hij legt uit wat er allemaal moet gebeuren voordat je de aceto uiteindelijk kunt gebruiken. Een indrukwekkend verhaal, waardoor je direct begrijpt waarom goede aceto zo duur is.

Op de terugweg naar Ostra spreken we met Alessio over deze bijzondere ‘incontro’  en dat het goed is dat er jonge en moedige plaatselijke ondernemers zijn zoals Lorenzo, die gelukkig nog gedreven worden door ‘bontà’, de schoonheid van het leven, en deze schoonheid niet achter zich laten op zoek naar het vermeende ‘grote geld’.